Wat komt er in je op als je aan productie denkt? Misschien wel het gezoem van machines of de complexiteit van assemblagelijnen. Maar naast deze bekende beelden en geluiden verandert de wereldwijde beweging voor milieu, maatschappij en governance (ESG) het traditionele imago van de sector ingrijpend. ESG is een topprioriteit geworden in bestuurskamers over de hele wereld, wat betekent dat fabrikanten steeds vaker kiezen voor milieuvriendelijke praktijken en technologieën om te voldoen aan de toenemende druk om aan de regelgeving te voldoen.
Bij het overwegen in welke technologieën te investeren, zijn er twee hoofdcategorieën waar leiders rekening mee moeten houden: 'schone technologie' en 'end-of-pipe-technologie'. Hoewel beide gericht zijn op het verminderen van de milieu-impact, zijn het aanzienlijk verschillende benaderingen. Inzicht in de sterke en zwakke punten van beide is cruciaal voor fabrikanten die streven naar een evenwicht tussen operationele efficiëntie en hun milieuprestaties.
Wat is het verschil tussen cleantech en end-of-pipe-technologie?
Cleantech is als een auto die op zonne-energie rijdt, terwijl end-of-pipe-technologie vergelijkbaar is met de installatie van een hightech-uitlaat op een oude, emissie-intensieve auto. Cleantech is proactief ontworpen om vervuiling te voorkomen voordat deze ontstaat. Hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie zijn klassieke cleantech-oplossingen die de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen en de uitstoot van broeikasgassen verminderen. Energiezuinige apparaten en elektrische voertuigen vallen eveneens in dezelfde categorie.
End-of-pipe-technologie richt zich daarentegen op het behandelen of beheersen van vervuiling nadat deze is ontstaan, oftewel vervuilingsbeheersingstechnologieën die vervuilende stoffen afvangen voordat ze worden geloosd. Scrubbers die uitlaatgassen reinigen of afvalwaterzuiveringsinstallaties die afvalwater beheren, worden bijvoorbeeld geclassificeerd als end-of-pipe-oplossingen.
Effectiviteit evalueren: schone technologieën versus end-of-pipe-oplossingen in de productie
Schone technologieën voorkomen milieuschade en verminderen vervuiling, waardoor ze vaak een betere keuze zijn dan end-of-pipe-oplossingen. Toch hebben end-of-pipe-technologieën ook voordelen: ze zijn cruciaal om te voldoen aan de wettelijke normen en kunnen vaak gemakkelijk worden toegevoegd aan bestaande productieprocessen en -systemen.
Een recent onderzoek, Zijn schone technologieën effectiever dan end-of-pipe-technologieën? Bewijs uit de Chinese maakindustrie, onderzoekt de rol van schone technologieën (zoals zonne- en windenergie) en end-of-the-pipe-technologieën (zoals vervuilingsbeheersingssystemen) en evalueert hun effectiviteit. De studie benadrukte de impact van dergelijke technologieën op de prestaties van een fabrikant.
Het onderzoek omvatte een steekproef van Chinese fabrikanten die gedurende meerdere jaren (2011 tot en met 2018) genoteerd stonden op de beurzen van Shanghai en Shenzhen. Het onderzoek toont aan dat end-of-pipe-technologieën, die vervuiling aanpakken nadat deze is ontstaan, en cleantech, die vervuiling voorkomt, samen de bedrijfsprestaties van een bedrijf kunnen verbeteren – maar op verschillende manieren.
Fabrikanten kunnen end-of-pipe-technologieën implementeren als incrementele innovaties zonder het productieproces te veranderen, waardoor deze technologieën aantoonbaar gemakkelijker te implementeren zijn. Bovendien stelt de studie dat end-of-pipe-technologieën de kansen van een bedrijf op een groene kredietwaardigheid kunnen vergroten, wat leidt tot mogelijkheden om financiering tegen lagere kosten te verkrijgen.
Hierdoor kunnen bedrijven hun prestaties verbeteren dankzij lagere financieringskosten en een betere toegang tot financiële prikkels die gepaard gaan met hun milieuvriendelijke praktijken. Dit compenseert vaak de kosten van de implementatie van deze technologieën.
Als het echter om consumentenvoorkeuren gaat, presteren end-of-pipe-technologieën minder goed. Volgens Deloitte: Generatie Z en millenialconsumenten neigen naar merken die prioriteit geven aan ecologische duurzaamheid en ervan overtuigd zijn dat milieubescherming een gebied is waar bedrijven verandering kunnen bewerkstelligen. Met dit in gedachten zouden end-of-pipe-technologieën door deze generaties en alle consumenten als minder impactvol kunnen worden beschouwd in vergelijking met proactieve groene oplossingen.
End-of-pipe-technologieën kunnen fabrikanten dus financiële voordelen opleveren, maar ze vertalen zich niet altijd in een sterk marktvoordeel als ze niet zijn afgestemd op de waarden van de consument.
Het vinden van de balans
Het is belangrijk dat leiders alle feiten paraat hebben wanneer ze beslissingen nemen over welke technologieën ze willen implementeren. Ze moeten ook hun toekomstige routekaart visualiseren om te bepalen welke strategie het beste past bij hun bedrijf, nu en in de toekomst. Naarmate de regelgeving strenger wordt en de marktvraag naar duurzaamheid toeneemt, bestaat het risico dat fabrikanten achterlopen als ze uitsluitend vertrouwen op traditionele end-of-pipe-oplossingen.
Om dit te voorkomen, moeten fabrikanten twee belangrijke stappen nemen. Ten eerste moeten ze hun huidige activiteiten evalueren. Ten tweede moeten ze hun toekomstige doelen overwegen om de beste weg te bepalen naar een milieuvriendelijke bedrijfsvoering. Gebruikmakend van tools zoals de Consumer Sustainability Industry Readiness Index (COSIRI) ondersteunt fabrikanten bij hun ESG-traject, waarbij kritische hiaten effectief worden aangepakt en overbrugd.
COSIRI helpt organisaties hun milieustrategieën te evalueren en te verbeteren door inzicht te bieden in de effectiviteit van hun huidige technologieën en kansen te identificeren voor effectievere oplossingen. Door dergelijke beoordelingen te implementeren, kunnen fabrikanten hun werkwijzen beter afstemmen op zowel de marktverwachtingen als de regelgeving, wat de weg vrijmaakt voor duurzamere bedrijfsprestaties.